4630 TRICOT JURK MET OMSLAAG

 

STOFADVIES: gemiddeld rekbare tricotstof van natuurlijke vezels of mengvezels.

 

 

 ALS DE PATROONDELEN DUBBELE RANDEN HEBBEN, ZIJN ALLE NADEN EN ZOMEN IN HET PATROON VERWERKT, 

IN GEVAL VAN ENKELE RANDEN ZIJN DE NADEN EN DE ZOMEN NIET INBEGREPEN.

 

NADEN EN ZOMEN: zoom, mouwzoom – 2,0cm; halsrandzoom – 1,5cm; andere – 0,7cm 

 

LET OP! ALS EERSTE,PRINT DE PAPIEREN PATROONDELEN UIT EN LEG DEZE OP DE STOF (de stofbreedte tussen 90 cm en 150 cm)OM TE BEPALEN HOEVEEL STOF JE NODIG HEBT.

 

BIJ HET AAN ELKAAR NAAIEN VAN DE DELEN LET OP DE INZETTEKENS - HOUD DE INZETTEKENS OP ELKAAR!

 

 KNIPPEN:

TRICOT STOF: 

1. bovenachterpand – 2x

2. onderahterpand - 2x

3. bovenvoorpand  - 2x

4. ondervoorpand -1x

5. mouw - 2x

6. voorpandinzet -1x

7. achterpandinzet - 1x

8. patje - 2x

 

 

ADVIES:bij tricotstof te bewerken gebruik een dubbelhard of coverglookmachine.

 

 

WERKBESCHRIJVING:

1. De middenachternaad van het bovenachterpand stikken, afwerken en naar links strijken. De middenachternaad van het onderachterpand in een keet met de splitnaad stikken, afwerken, naar links strijken. De boven naad van de split op het achterpand doorstikken.

 

2. Schoudernaden stikken, de naden naar de rug toe strijken, afwerken.

 

3. Halsrand van het acter- en voorpand afwerken, naar binnen omstrijken en  doorstikken.

 

4. Ondernaad van het bovenvoorpand  rimpelen met een bepaalde naaimacinestik of een passende naaimachine voetje. Leg de rechte bovenvoorpand op het linker bovenvoorpand volgens inzettekens.

 

5. Leg het bovenvoorpand  op het voorpandinzet met goede kant op elkaar (pas de lengte van het bovenvoorpand aan)   en vast stikken. Leg het achterpand  op het achterpandinzet met goede kant op elkaar en vast stikken. De naden afwerken.

 

6. Leg het achterpand en voorpand  op het onderachterhand en ondervoorpand  met goede kant op elkaar en vast stikken. De naden afwerken.

 

7. De pate met de goede kant naar binnen vouwen en lange kant stikken. Naar de goede kant keren, omstrijken. De patje volgens inzettekens op de mouwrand zetten, daartussen met het voorpand in.

 

8. De zoomrand van de mouw afwerken, naar binnen omstrijken en  doorstikken. De mouwen volgens de inzettekens in het open mouwgat inzetten. De naden afwerken, strijken.

 

 

9. De zijnaden in een keer met de mouwnaden vaststikken, afwerken en naar achter strijken.

 

10. De zoomrand van de blouse afwerken, naar binnen omstrijken en  doorstikken.