4654 BLOUSE MET KORTE MOUW EN UITLOPEND PLOOI OP HET VOORPAND

 

STOFADVIES: natuurlijke of gemengde blousestof.


 JE HEBT VERDER NODIG: vlieseline; 1 knoop.


 ALS DE PATROONDELEN DUBBELE RANDEN HEBBEN, ZIJN ALLE NADEN EN ZOMEN IN HET PATROON VERWERKT, 

IN GEVAL VAN ENKELE RANDEN ZIJN DE NADEN EN DE ZOMEN NIET INBEGREPEN.

 

NADEN EN ZOMEN: zoom - 2,0cm; overige naden – 1,0cm 


 LET OP! ALS EERSTE,PRINT DE PAPIEREN PATROONDELEN UIT EN LEG DEZE OP DE STOF (de stofbreedte tussen 90 cm en 150 cm)OM TE BEPALEN HOEVEEL STOF JE NODIG HEBT.

 BIJ HET AAN ELKAAR NAAIEN VAN DE DELEN LET OP DE INZETTEKENS - HOUD DE INZETTEKENS OP ELKAAR!

 KNIPPEN: 

STOF: 

1. Achterpand – 2x 

2. Voorpand – 1x aan de stofvouw

3. Mouw - 2x

4. Kraag - 4x

5. Kraagstander - 2x



VLIESELINE:

1. Kraag - 4x

2. Kraagstander - 2x



WERKBESCHRIJVING:


1. Kraag & stander - 2x met vlieseline verstevigen.


2. De middenachternaad afzonderlijk afwerken, vanaf de inzetten tot de onderkant stikken, de naad openstrijken alsmede rugsluiting. Langs de rand van de sluitsplit een stiksel op afstand 0,2cm van de rand maken.


3. De figuurnaden op het voorpand stikken en naar midden toe strijken. De plooien op het voorpand volgens markering vouwen, afspelden (of rijgen).


4. Schouder- en zijnaden stikken, afwerken, naar achter strijken.


5. Knip een schuine bies 2,5cm breed en 5cm lang voor het knooplusje. Midden in de lengte vouwen en op afstand 0,3cm van de vouw stikken. De naad dichtbij stik netjes afknippen, keren, uitvouwen. De lengte van het lusje afhankelijk van de knoop grootte.


6. Kraagdelen met de goede kant op elkaar leggen, bij de buitenranden stikken (in een keer met de kooplusje), rondingen bijknippen, hoekje netjes afknippen. Keren, omstrijken. De kraag tussen kragstanderdelen leggen, afspelden (of rijgen), doorstikken; de naden bijknippen, keren, omstrijken. De buitenstander op de halsrand van de blouse stikken, de naad naar de stander toe strijken. De open rand van het binnendeel van de stander 1,0cm omvouwen en in de naad stikken.


7. De mouwnaad stikken, afwerken, naar achter strijken. De mouw volgens inzettekens zetten, de naad afwerken. 


8. De zoom en de mouwzoom afwerken, naar binnen omstrijken, doorstikken.


9. De knoop aanzetten.