4687 BLOUSE MET HOGE TAILLE


STOFADVIES: natuurlijke of gemengde jurkstof. 


JE HEBT VERDER NODIG: blinde rits; kant 4,0cm breed.


ALS DE PATROONDELEN DUBBELE RANDEN HEBBEN, ZIJN ALLE NADEN EN ZOMEN IN HET PATROON VERWERKT, 

IN GEVAL VAN ENKELE RANDEN ZIJN DE NADEN EN DE ZOMEN NIET INBEGREPEN.


NADEN EN ZOMEN: zoom & de mouwzoom - 2,0cm; overige naden - 1.0cm.


LET OP! ALS EERSTE,PRINT DE PAPIEREN PATROONDELEN UIT EN LEG DEZE OP DE STOF (de stofbreedte tussen 90 cm en 150 cm)OM TE BEPALEN HOEVEEL STOF JE NODIG HEBT(vergeet dubbele en symmetrische delen niet).


BIJ HET AAN ELKAAR NAAIEN VAN DE DELEN LET OP DE INZETTEKENS - HOUD DE INZETTEKENS OP ELKAAR!



KNIPPEN:

Basisstof:

1. Bovenachterpand - 2x

2. Achterpandinzet - 2x 

3. Ondermiddenachterpand - 2x

4. Onderzijachterpand – 2x

5. Middenbovenvoorpand - 1x aan de stofvouw 

6. Middenbovenzijvoorpand – 2x

7. Voorpandinzet - 1x 

8. Ondermiddenvoorpand - 1x aan de stofvouw

9. Onderzijvoorpand – 2x

10. Mouw - 2x



WERKBESCHRIJVING:


1. De figuurnaden op het achterpand stikken, naar midden toe strijken. De deelnaden van het boven- en onderachterpand stikken, afwerken, naar midden strijken.


2. De bovennaad van het middenbovenvoorpand afwerken, naar binnen omstrijken. De kantstof met de verkeerde kant op de goede kant van het voorpand leggen en op afstand 0,5cm van de rand doorstikken. De schoudernaden stikken, afwerken, naar achter toe strijken. Het middenbovenzijvoorpand aan het middenbovenvoorpand stikken. De deelnaden in een keer met de halsnaad afwerken, naar binnen strijken en op afstand 0,5cm van de rand doorstikken. 


3. De deelnaden van het ondervoorpand stikken ,afwerken, naar midden strijken.


4. Het boven- en onderachterpand aan de achterpandinzet stikken, de naden afwerken, naar inzet toe strijken. De onderste kant van het bovenmiddenvoorpand en bovenste kant van het ondermiddenvoorpand rimpelen (met de hand of gebruik een rimpel voetje van je naaimachine). Het boven- en ondervoorpand aan de voorpandinzet stikken (rimpels netjes verdelen), de naden afwerken, naar inzet toe strijken. 


5. De middenachternaad afzonderlijk afwerken. De naad vanaf inzetteken tot de onderkant stikken, openstrijken. Blinde rits inzetten. 


6. De zijnaden stikken, afwerken, naar achter toe strijken.


7. De mouwnaad stikken, afwerken, naar achter strijken. 

 

8. De mouwkop rimpelen (met de hand of gebruik een rimpel voetje van je naaimachine). De mouw in de mouwgat zetten (let op inzettekens), rimpels netje s verdelen. De naad afwerken. 


9. De zoom & de mouwzoom afwerken, naar binnen vouwen, doorstikken.