4734 TRICOT TUNIEK MET ZAKKEN
STOFADVIES: weinig rekbare tricotstof van natuurlijke vezels of mengvezels.
JE HEBT VERDER NODIG: tricot omboordstrook van een contrasterende kleur (de lengte op het patroon van de mouw aangegeven).
ALS DE PATROONDELEN DUBBELE RANDEN HEBBEN, ZIJN ALLE NADEN EN ZOMEN IN HET PATROON VERWERKT,
IN GEVAL VAN ENKELE RANDEN ZIJN DE NADEN EN DE ZOMEN NIET INBEGREPEN.
NADEN EN ZOMEN: zoom, de mouwzoom, halsrand – 0,0cm; overige naden – 1,0cm.
LET OP! ALS EERSTE,PRINT DE PAPIEREN PATROONDELEN UIT EN LEG DEZE OP DE STOF (de stofbreedte tussen 90 cm en 150 cm)OM TE BEPALEN HOEVEEL STOF JE NODIG HEBT.
BIJ HET AAN ELKAAR NAAIEN VAN DE DELEN LET OP DE INZETTEKENS - HOUD DE INZETTEKENS OP ELKAAR!
KNIPPEN:
STOF:
1. achterpas – 1x
2. achterpand - 2x
3. onderachterpand – 2x
4. voorpas - 1x
5. voorpand - 2x
6. ondervoorpand - 2x
7. zak - 2x
8. voormouw - 2x
9. achtermouw - 2x
10. bovenmouw - 2x
ADVIES: bij tricot stof te bewerken gebruik een dubbelnaad of een coverglookmachine.
WERKBESCHRIJVING:
1. De mideenachternaad stikken, afwerken, naar links omstrijken. De mideenachternaad van het onderachterpand stikken, afwerken, naar links omstrijken. De achterpas aan het achterpand stikken, de naad afwerken, naar boven strijken. Het achterpand aan het onderachterpand stikken, de naad afwerken, naar boven strijken. Omboordstrook boven de naden op de goede kant van de jurk opstikken.
2. De mideenvoornaad stikken, afwerken, naar links omstrijken. De mideenvoornaad van het ondervoorpand stikken, afwerken, naar links omstrijken. De voorpas aan het voorpand stikken, de naad afwerken, naar boven strijken. Het voorpand aan het ondervoorpand stikken, de naad afwerken, naar boven strijken. Omboordstrook boven de naden op de goede kant van de jurk opstikken.
3. De zakingang met de ombordstrook omboorden. De buitennaden van de zak naar binnen omstrijken. Op het voorpand de plaats voor de zakken aangeven, de zakken volgens markering op het voorpand stikken.
4. De rechte schoudernaad stikken, afwerken, naar achter strijken. De halsrand met de omboordstrook omboorden. De linker schoudernaad stikken, afwerken, naar achter strijken.
5. De zijnaden stikken, afwerken, naar achter strijken.
6. De bovennaad van de mouw stikken, afwerken, naar achter strijken. De bovenmouw aan de mouw stikken, de naad afwerken, naar boven toe strijken. Omboordstrook boven de naden op de goede kant van de mouw opstikken. De ondernaad van de mouw stikken, afwerken, naar achter strijken.
7. De mouwen volgens de inzettekens in het open mouwgat inzetten. De naad afwerken, omstrijken.
8. De zoom en de mouwzoom met de omboordstrook omboorden.