4774 BLOUSE MET INZETSTUK
STOFADVIES: natuurlijke of gemengde blouses stof.
JE HEBT VERDER NODIG: vlieseline; blinde rits; 9 knopen.
ALS DE PATROONDELEN DUBBELE
RANDEN HEBBEN, ZIJN ALLE NADEN EN ZOMEN IN HET PATROON VERWERKT,
IN GEVAL VAN ENKELE RANDEN ZIJN
DE NADEN EN DE ZOMEN NIET INBEGREPEN.
NADEN EN ZOMEN: zoom – 1,5cm; overige
naden – 1,0cm.
LET OP! ALS EERSTE,PRINT DE PAPIEREN PATROONDELEN UIT EN LEG
DEZE OP DE STOF (de stofbreedte tussen 90 cm en 150 cm)OM TE BEPALEN HOEVEEL
STOF JE NODIG HEBT(vergeet dubbele en symmetrische delen niet).
BIJ HET AAN ELKAAR NAAIEN VAN DE
DELEN LET OP DE INZETTEKENS - HOUD DE INZETTEKENS OP ELKAAR!
KNIPPEN:
Basisstof:
1. chterpand
- 2x
2. voorpand – 1x aan de stofvouw
3. inzet – 2x
4. sluitbies - 2x
5. voorpandbeleg - 4
6. achterpandbeleg – 4x
7. manchetten - 2x
8. mouw – 2x
9. boord voor – 1x
10. boord achter – 1x
Vliseline:
1. voorpandbeleg – 2x
2. achterpandbeleg - 2x
3. sluitbies - 2x
4. manchetten - 2x
BELANGRIJK: voor de
voering gebruik patronen van de basisstof, uitsluitend de breedte van het voor-
en achterpandbeleg.
WERKBESCHRIJVING:
1. De delen met vlieseline verstevigen.
2. De figuurnaden op het achterpand
stikken, naar midden oe strijken. De bovenste deel van het
achterpandbeleg aan het achterpand stikken, de naad naar het beleg toe
strijken.
3. De middenachternaad
afzonderlijk afwerken, vanaf de inzetteken tot de onderkant stikken,
openstrijken. Een blinde rits zetten. Verder als een detail bewerken. De achterste
boord aan het achterpand stikken, de naad afwerken, naar boven strijken.
4. De sluitbies door de lengte met de goede kant
naar buiten dubbelvouwen, omstrijken. De sluitbies aan de inzet stikken, de
naad afwerken, naar de inzet toe strijken. Verder als een detail bewerken. De bovenste
deel van het voorpandbeleg aan het inzet stikken, de naad naar het beleg toe
strijken.
5. De inzet aan het voorpand stikken (de naad in de
hoekjes netjes inknippen). De naad afwerken, naar het voorpand toe strijken. De
voorste boord aan het voorpand stikken, de naad afwerken, naar boven strijken.
6. De schouder- en zijnaden
stikken, afwerken, naar achter strijken.
7. De schoudernaden van de binnenste delen van het voor- enachterpandbeleg
stikken, openstrijken. De onderste naad afwerken. Het bovenste en binnenste beleg
met de goede kant aan elkaar leggen, rondom de halsrand
stikken. De rondingen van de naad netjes inknippen. Het beleg keren,
omstrijken. De binnenste deel aan de inzetnaad smal stikken.
8. De mouw naad stikken, afwerken, naar achter
strijken. De mouwen volgens de
markering inzetten, de naad afwerken.
9. De korte naden van de manchetten
stikken, openstrijken. De manchetten door de lengte met de goede kant naar
buiten dubbelvouwen, omstrijken. De buitennaad van de manchetten aan de mouw
volgens markering stikken, naad naar manchetten toe strijken. De binnenste naad
van de manchetten in de aanzetnaad ingeslagen smal stikken.
10. De zoom afwerken, naar binnen omstrijken,
doorstikken.
11. De knopen aan de rand van de sluitbies zetten.