4882 BLOUSE TUNIEK MET BLINDE SLUITING
STOFADVIES: natuurlijke of gemengde blousestof.
JE HEBT VERDER NODIG: vlieseline; 11 knopen.
ALS DE PATROONDELEN DUBBELE RANDEN HEBBEN, ZIJN ALLE NADEN EN ZOMEN IN HET PATROON VERWERKT,
IN GEVAL VAN ENKELE RANDEN ZIJN DE NADEN EN DE ZOMEN NIET INBEGREPEN.
NADEN EN ZOMEN: zoom & mouwzoom - 1,5cm; bovenste naad van de zak - 2,0cm; overige naden - 1,0cm.
LET OP! ALS EERSTE,PRINT DE PAPIEREN PATROONDELEN UIT EN LEG DEZE OP DE STOF (de stofbreedte tussen 90 cm en 150 cm)OM TE BEPALEN HOEVEEL STOF JE NODIG HEBT(vergeet dubbele en symmetrische delen niet).
BIJ HET AAN ELKAAR NAAIEN VAN DE DELEN LET OP DE INZETTEKENS - HOUD DE INZETTEKENS OP ELKAAR!
KNIPPEN:
Basisstof:
1. Achterpas - 1x aan de stofvouw
2. Bovenachterpand - 1x aan de stofvouw
3. Onderachterpand - 1x aan de stofvouw
4. Bovenvoorpand - 2x
5. Ondervoorpand - 2x
6. Sluitbies links - 1x
7. Sluitbies rechts - 1x
8. Zak - 1x
9. Kraag - 2x
10. Staander - 2x
11. Mouw - 2x
12. Manchetten - 2x
Vlieseline:
1. Kraag - 1x
2. Staander - 1x
3. Manchetten - 2x
4. Sluitbies links - 1x
5. Sluitbies rechts - 1x
WERKBESCHRIJVING:
1. De delen met vlieseline verstevigen.
2. De bovenste naad van het bovenachterpand rimpelen (met de hand of gebruik een rimpelvoetje van je naaimachine). De achterpas aan het bovenachterpand stikken (rimpels netje verdelen); de naadtoeslag afwerken, naar boven omstrijken. Op de goede kant van de achterpas langs de naad van op 0,1cm afstand een decoratieve stiksel leggen (alsmede de naadtoeslag mee stikken). Verder als een detail bewerken.
3. De bovenste naad van het onderachterpand rimpelen (met de hand of gebruik een rimpelvoetje van je naaimachine). De bovenachterpand aan het onderachterpand stikken (rimpels netje verdelen); de naadtoeslag afwerken, naar boven omstrijken. Verder als een detail bewerken.
4. De coupenaden stiksen, naar boven omstrijken.
5. De bovenste rand van de zak afwerken, naar binnen omstrijken, doorstikken. De naden van de zaak naar binnen vouwen, omstrijken. De zak op het voorpand volgens markering opstikken.
6. De bovenste naad van het ondervoorpand rimpelen (met de hand of gebruik een rimpelvoetje van je naaimachine). De bovenvoorpand aan het ondervoorpand stikken (rimpels netje verdelen); de naadtoeslag afwerken, naar boven omstrijken. Verder als een detail bewerken.
7. De zijnaden stikken, afwerken, naar achter strijken.
De horizontale plooi volgens markering vouwen, afspelden of vastrijgen. De plooi aan de aanzetnaad van de onderste panden smalstikken.
8. Rechter sluitbies bewerken:
rechter sluitbies aan het rechter voorpand stikken, de naad naar de sluitbies toe strijken. De rechter sluitbies volgens aangegeven verticale middelste lijn naar binnen omstrijken (de lijnen “sluitbies middennaad” & “binnensluitbies middennaad”). De naadtoeslag ingeslagen volgens markering doorstikken. De sluitbies op de opgestikte lijn naar de goede kant toe vouwen, omstrijken. De knoopsgaten volgens markering op de binnenste deel van de sluitbies maken.
Linker sluitbies bewerken:
de linker sluitbies aan het linker voorpand stikken, de naad naar de sluitbies toe strijken. de sluitbies volgens markering naar binnen omstrijken en ingeslagen doorstikken.
9. De schoudernaden stikken, afwerken, naar achter toe strijken.
10. Onder- en bovenkraag met de goede kant op elkaar leggen. De zijranden en de buitenrand vastnaaien. De naden iets afknippen. De kraag keren, platstrijken. Delen van de staander met de goede kant op elkaar leggen, met de kraag ertussen. De inzettekens op elkaar houden. De naden stikken, tegelijk de zijranden van de staander vastnaaien. Het stikken begin en eindig precies bij de aangegeven inzetnaad van de staander. De kraag keren en platstrijken.
11. De buitendeel van de stander aan het halsrand stikken, de naad naar de stander toe strijken. De binnendeel van de stander 1,0cm naar binnen vouwen, omstrijken en in de aanzetnaad smal stikken.
12. Mouwnaad afzonderlijk afwerken, vanaf markering tot de bovenkant stikken, openstrijken. Leg en stiksel van 0,1cm op de rand van de mouwsplit. De mouw in de mouwgat zetten, de naad afwerken, omstrijken.
13. Vouw de manchetten dicht in de lengte met de goede kanten op elkaar. Stik de hoeken, knip de naden kort en knip de hoeken schuin af. Keer de manchetten en strijk ze. Leg de goede kanten van de mouwen en van de manchetten op elkaar en stik ze met een zijde van de manchetten op elkaar. Vouw de achterkant van de manchetten 1,0cm naar binnen en stik hem door in het voorgaande stiksel.
14. De zoom van de blouse afwerken, naar binnen vouwen, doorstikken.
15. Op het linker sluitbies en manchetten de knopen volgens markering aanzetten.