2366 TRICOT JURK MET ZAKJES

Voordat u het patroon uit gaat printen, lees alstublieft het meest gestelde vragen hier:Êhttp://maatpatronen.nl/mod-p.php?reg=otvet

Zie een vierkant 10cm x 10cm die op de laatste bladzijde van elk patroon getekend - dat is om de schaal van uitgeprinte patroon te controleren. ADVIES: print eerst de laatste pagina uit om zeker te zijn of de printerinstellingen correct zijn.


STOFADVIES: natuurlijke of gemengde gemiddeld rekbaar tricot stof. 


ALS DE PATROONDELEN DUBBELE RANDEN HEBBEN, ZIJN ALLE NADEN EN ZOMEN IN HET PATROON VERWERKT, 

IN GEVAL VAN ENKELE RANDEN ZIJN DE NADEN EN DE ZOMEN NIET INBEGREPEN.


NADEN EN ZOMEN: zoom - 2,0cm; overige naden - 1,0cm.


LET OP! ALS EERSTE,PRINT DE PAPIEREN PATROONDELEN UIT EN LEG DEZE OP DE STOF (de stofbreedte tussen 90 cm en 150 cm)OM TE BEPALEN HOEVEEL STOF JE NODIG HEBT(vergeet dubbele en symmetrische delen niet).


BIJ HET AAN ELKAAR NAAIEN VAN DE DELEN LET OP DE INZETTEKENS - HOUD DE INZETTEKENS OP ELKAAR!


KNIPPEN:

Basisstof:

1. Bovenachterpand - 1x aan de stofvouw 

2. Onderachterpand - 1x aan de stofvouw

3. Bovenvoorpand - 1x aan de stofvouw 

4. Ondervoorpand - 1x aan de stofvouw

5. Zijvoorpand - 2x

6. Zakdeel - 2x

7. Manchetten - 2x

8. Ceintuur - 1x aan de stofvouw


Advies: Gebruik voor het naaien van tricot stoffen een speciaal stiksel voor elastische stoffen van smalle zigzag. Bij het locken de naden op 0.8 cm afsnijden. De zoom wordt met een tweelingnaald afgewerkt om de rekbaarheid van de stof te behouden.  


WERKBESCHRIJVING:


1. Boven- en onderachterpand aan elkaar stikken, de naadtoeslag afwerken, naar boven toe strijken. Verder als een geheel verwerken.


2. De zakdeel en het voorpand net de goede kant volgens markering aan elkaar leggen, zakingang stikken. De rondingen van de naadtoeslag netjes inknippen, De zakdeel keren, persen. Het zijvoorpand en de zakdeel met de goede kant aan elkaar volgens markering leggen, doorstikken. De naadtoeslag afwerken. 

Onafgewerkte naden van de zak en het ondervoorpand afspelden of vastrijgen. Verder als een geheel verwerken.


3. Boven- en ondervoorpand aan elkaar stikken, de naadtoeslag afwerken, naar boven toe strijken. Verder als een geheel verwerken.


4. De rechte schoudernaad stikken, afwerken, naar achter toe strijken. 


5. Maak een schuine bies (of neem een kant-en-klaar) van de lengte van de halsrand +4,0cm. De halsrand met de schuine bies afwerken. 


6. De linker schoudernaad stikken, afwerken, naar achter toe strijken. 


7. De zijnaden in een keer met de mouwnaad stikken, afwerken, naar achter toe strijken.


8. De korte naden van de manchet stikken, open persen. De manchet met de verkeerde kant naar binnen door de lengte dubbelvouwen, strijken. Onafgewerkte naden van de manchet aanelkaar afspelden of vastrijgen.

De manchet met de goede kant aan de verkeerde kant van de mouw volgens markering stikken, de naadtoeslag afwerken. De manchet naar de goede kant keren, persen. 


9. De zoom afwerken, naar binnen ingeslagen doorstikken.


10. De ceintuur in de lengte met de goede kant naar binnen dubbelvouwen en stikken, een opening voor het keren vrijlaten. De ceintuur keren, persen; de opening dichtmaken.