2367 TRICOT TRUI MET DECORATIEVE RAGLANMOUW
Voordat u het patroon uit gaat printen, lees alstublieft het meest gestelde vragen hier: http://maatpatronen.nl/mod-p.php?reg=otvet
Zie een vierkant 10cm x 10cm die op de laatste bladzijde van elk patroon getekend - dat is om de schaal van uitgeprinte patroon te controleren. ADVIES: print eerst de laatste pagina uit om zeker te zijn of de printerinstellingen correct zijn.
STOFADVIES: natuurlijke of gemengde weinig rekbaar tricot stof.
JE HEBT VERDER NODIG: kant-en-klare boordje of boordstof van een passende of contrasterende kleur.
ALS DE PATROONDELEN DUBBELE RANDEN HEBBEN, ZIJN ALLE NADEN EN ZOMEN IN HET PATROON VERWERKT,
IN GEVAL VAN ENKELE RANDEN ZIJN DE NADEN EN DE ZOMEN NIET INBEGREPEN.
NADEN EN ZOMEN: alle naden - 1,0cm.
LET OP! ALS EERSTE,PRINT DE PAPIEREN PATROONDELEN UIT EN LEG DEZE OP DE STOF (de stofbreedte tussen 90 cm en 150 cm)OM TE BEPALEN HOEVEEL STOF JE NODIG HEBT(vergeet dubbele en symmetrische delen niet).
BIJ HET AAN ELKAAR NAAIEN VAN DE DELEN LET OP DE INZETTEKENS - HOUD DE INZETTEKENS OP ELKAAR!
KNIPPEN:
Basisstof:
1. Achterpand - 1x aan de stofvouw
2. Voorpand - 1x aan de stofvouw
3. Mouw - 2x
Boordsrof:
1. Boord - 1x aan de stofvouw
2. Manchetten - 2x
3. Halsboordje - 1x
Advies: Gebruik voor het naaien van tricot stoffen een speciaal stiksel voor elastische stoffen van smalle zigzag. Bij het locken de naden op 0.8 cm afsnijden. De zoom wordt met een tweelingnaald afgewerkt om de rekbaarheid van de stof te behouden.
WERKBESCHRIJVING:
1. Voor- en achterkant van de raglanmouw tussen de markeringen rimpelen (met de hand of gebruik een rimpelvoetje van je naaimachine).
2. De mouw aan het voor- en achterpand stikken (rimpels netjes verdelen); de naadtoeslag afwerken, naar de mouw toe strijken.
3. De zijnaden in een keer met de mouwnaad stikken, afwerken, naar achter toe strijken.
4. Stik de halsboordje op de korte kanten dicht, en strijk midden in de lengte dicht met de verkeerde kanten op elkaar. Stik het dubbel aan de halsrand van de trui iets uitgerekt en werk de naad af. De naad naar de trui toe strijken.
5. De onderkant van de mouw rimpelen (met de hand of gebruik een rimpelvoetje van je naaimachine). Stik de manchet op de korte kanten dicht, en strijk midden in de lengte dicht met de verkeerde kanten op elkaar. Stik het dubbel aan de mouw van de trui iets uitgerekt en werk de naad af. De naad naar de mouw toe strijken.
6. Stik de boordje op de korte kanten dicht, en strijk midden in de lengte dicht met de verkeerde kanten op elkaar. Stik het dubbel aan de onderkant van de trui (de naad van de boordje bij de linker zijnaad plaatsen) iets uitgerekt en werk de naad af. De naad naar de trui toe strijken.