4394 TRICOT JURK MET GEDRAPEERDE VOORPAND


STOFADVIES: natuurlijke of gemengde goed draperende weinig rekbare tricot. 


JE HEBT VERDER NODIG: vlieseline voor tricot; een blinde rits; 2 decoratieve knopen. 


Voordat u het patroon uit gaat printen, lees alstublieft het meest gestelde vragen hier: http://maatpatronen.nl/mod-p.php?reg=otvet

Zie een vierkant 10cm x 10cm die op de laatste bladzijde van elk patroon getekend - dat is om de schaal van uitgeprinte patroon te controleren. ADVIES: print eerst de laatste pagina uit om zeker te zijn of de printerinstellingen correct zijn.


ALS DE PATROONDELEN DUBBELE RANDEN HEBBEN, ZIJN ALLE NADEN EN ZOMEN IN HET PATROON VERWERKT, 

IN GEVAL VAN ENKELE RANDEN ZIJN DE NADEN EN DE ZOMEN NIET INBEGREPEN.


NADEN EN ZOMEN: zoom & de mouwzoom – 2,0cm; overige naden - 1,0cm.


LET OP! ALS EERSTE,PRINT DE PAPIEREN PATROONDELEN UIT EN LEG DEZE OP DE STOF (de stofbreedte tussen 90 cm en 150 cm)OM TE BEPALEN HOEVEEL STOF JE NODIG HEBT (vergeet dubbele en symmetrische delen niet).


BIJ HET AAN ELKAAR NAAIEN VAN DE DELEN LET OP DE INZETTEKENS - HOUD DE INZETTEKENS OP ELKAAR!


KNIPPEN:

Basisstof :

1. Middenachterpand – 2x

2. Zijachterpand - 2x

3. Bovenvoorpand - 1x 

4. Ondervoorpand - 1x

5. Mouw – 2x

6. Voorpandbeleg - 1x

7. Achterpandbeleg - 2x


VLIESELINE:

1. Voorpandbeleg - 1x

2. Achterpandbeleg - 2x


Advies: Gebruik voor het naaien van tricot stoffen een speciaal stiksel voor elastische stoffen of smalle zigzag. Bij het locken de naden op   0,8 cm afsnijden. De zoom wordt met een tweelingnaald afgewerkt om de rekbaarheid van de stof te behouden.


WERKBESCHRIJVING:

1. details met vlieseline verstevigen.


2. Onderkant van het bovenvoorpand tussen markering rimpelen - met de hand of gebruik een speciaal rimpelvoetje voor je naaimachine.

Bovenste kant van het ondervoorpand tussen markering rimpelen - met de hand of gebruik een speciaal rimpelvoetje voor je naaimachine.

Boven- en ondervoorpand volgens markering aan elkaar stikken, de naadtoeslag afwerken, persen.


3. De middennaad van het achterpand afzonderlijk afwerken. De middenachternaad tvanaf het inzetteken voor de rits tot de onderkant van de jurk stikken, openstrijken. Een blinde ris inzetten. 


4. De figuurnaden op het achterpand stikken, afwerken, naar midden strijken. 


5. De schouder- en zijnaden stikken, afwerken, naar achter toe strijken.


6. De schoudernaden van het beleg stikken, openstrijken. De buitenrand van het beleg afwerken. Verder als een detail bewerken. Het beleg en de jurk met de goede kant op elkaar leggen, halsrand stikken, rondingen van de naad netjes inknippen, beleg keren, omstrijken. Het beleg aan de schoudernaden en ritsband vastzetten.

 

7. De mouwnaden stikken, afwerken en naar achter toe strijken. De mouwen volgens de inzettekens in het mouwgat inzetten. De naad afwerken, omstrijken.


8. De zoom & de mouwzoom van de jurk afwerken, naar binnen omstrijken en  doorstikken. 


9. Decoratieve knopen volgens technische tekening vastzetten.